Slechte melkkwaliteit

Het gaat om een melkveehouder die het bedrijf met zo’n veertig koeien van zijn vader had overgenomen, nadat ze het een tijdje samen gerund hadden. Vader werd ziek, waardoor de zoon zich genoodzaakt zag om het bedrijf door een derde te laten runnen, zodat hij voor zijn vader kon zorgen. Dat ging alles behalve soepel, resulterend in onder andere slechte melkkwaliteit. Daarom liet RFC in maart 2017 aan de melkveehouder voor het eerst weten de melk niet meer op te komen halen. Zodra deze brief bij de boer in de bus zat, was de melkkwaliteit weer op orde en wilde RFC de melk weer afnemen.

Onduidelijkheid

In de leveringsovereenkomst tussen RFC en de melkveehouder staat onder andere dat, als bij een bedrijf in twee jaar tijd tot drie keer de melkinname wordt opgeschort, het lidmaatschap van de zuivelcoöperatie wordt beëindigd. Grofweg een jaar na die eerste opschorting stuurde RFC opnieuw een brief met de mededeling dat de melk niet meer aan de eisen voldeed. Toen ontstond er onduidelijkheid: in de brief stond namelijk dat dit de eerste opschorting betrof. De melkveehouder nam aan dat de eerste opschorting niet telde, omdat deze alweer was opgeheven zodra de brief binnenkwam.

Onzorgvuldige communicatie

Een halfjaar later, in september 2018 volgde de derde opschorting, die het opzeggen van het lidmaatschap door RFC tot gevolg had. Dat bij de tweede opschorting vermeld stond dat het om een eerste opschorting ging, was een schrijffout van RFC, aldus de zuivelfabrikant. Ook was het voor de boer pas duidelijk dat drie melkweigeringen einde lidmaatschap betekende, bij het ontvangen van de brief over de derde weigering. De Commissie van Bezwaar adviseerde toen aan de zuivelreus om terug te komen op het besluit, omdat de communicatie naar de boer toe onzorgvuldig was.

Enkele tonnen

Omdat de melkveehouder zijn melk toen niet meer kon verkopen, heeft hij de koppel verkocht. De schade die de boer leed, omdat hij geen melk kon leveren en een nieuwe koppel koeien zou moeten aanschaffen als hij wel weer melk zou mogen leveren aan RFC, wil hij nu dus verhalen op de zuivelfabrikant. De rechter heeft de boer daarin gelijk gegeven. Over het schadebedrag wordt later beslist. Advocaat Lenie Verhoeven van Linssen Advocaten in Tilburg heeft de schade begroot op ‘enkele tonnen’. Voor half september moet RFC hier op antwoorden en later zat de rechter beoordelen welk bedrag de boer tegemoet kan zien.