Had je nou kunnen weten of moeten vermoeden dat de goederen afkomstig zijn van een misdrijf? Dat is bijvoorbeeld het geval als je een niet marktconforme prijs voor iets betaalt of er kenmerken zijn aan het goed waardoor je diefstal zou kunnen vermoeden. Denk hierbij aan een fiets die je voor wel erg weinig geld op de kop hebt kunnen tikken of een fiets waarvan het slot is doorgezaagd. Dus de uiterlijke kenmerken van een goed, de betaalde prijs voor het goed, de omstandigheden waaronder het vermeende feit zou zijn begaan, de persoon van de verdachte en de verklaring van de verdachte zijn leidend. Bijstand van een advocaat hierbij is raadzaam. Zo kan er samen een gedegen processtrategie besproken worden en blijven de gevolgen mogelijk beperkt.

Het vermoeden dat het goed van een misdrijf afkomstig is moet bestaan op het moment van verkrijgen of aankopen van het goed. Dus als je pas later wetenschap krijgt van dergelijke omstandigheden is er géén sprake van heling. Voor sommige omstandigheden is het te kort door de bocht om te zeggen dat je hier pas later achter kwam. Zo wordt bijvoorbeeld een marktconforme prijs voor een fiets bekend verondersteld en bovendien wordt verwacht dat je goed bekijkt wat de staat is van het goed dat je koopt. Als het een doorgezaagd slot betreft kom je hier doorgaans niet pas thuis achter.

Heling valt uiteen in drie categorieën: opzetheling, schuldheling en gewoonteheling. In geval van opzetheling dient er bewezen te worden dat er een aanmerkelijke kans is aanvaard dat het goed van een misdrijf afkomstig is. In geval van schuldheling had er een redelijke vermoeden moeten zijn dat het goed van diefstal afkomstig is. Vooral de mate van onderzoek naar de herkomst van een product staat centraal. Gewoonteheling is een strafverzwarende omstandigheid als heling van goederen die van misdrijven afkomstig zijn op grote schaal plaatsvindt.

Heler-steler?
Al in 2001 is door de Hoge Raad geoordeeld dat een veroordeling voor heling onmogelijk is als dezelfde verdachte reeds veroordeeld is voor diefstal van hetzelfde goed. Dit oordeel is doorgaans bekend onder de noemer heler-steler-regel.

Het onderscheid wordt gemaakt door de wederrechtelijke toe-eigening van een goed bij diefstal (art. 310 Sr). De verkrijging van het goed op zichzelf is al onrechtmatig. Bij heling is de verkrijging op zichzelf niet onrechtmatig.