corona virus

Kun je de schade verhalen die je lijdt doordat iemand gedreigd heeft je met het coronavirus te besmetten?

Er zijn verschillende incidenten beschreven waarbij mensen uit verontwaardiging, boosheid, ergernis of om een onduidelijke reden anderen hebben bespuugd of in hun gezicht hebben gehoest, en daarbij hebben geroepen dat ze besmet zijn met het coronavirus. Dat kan tot ernstige psychische klachten lijden, ook als na verloop van tijd blijkt dat van een werkelijke besmetting met het virus geen sprake is. Dit fenomeen wordt “angstschade” genoemd. Kan het slachtoffer smartengeld vragen?

Ook in zulke gevallen moet het slachtoffer zich beroepen op art. 162 BW. Ook als de dader geen besmetting met het coronavirus heeft overgedragen en dus geen inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, kan hem tóch een onrechtmatige daad worden verweten: zijn gedrag is in strijd met wat we in het maatschappelijk verkeer zorgvuldig gedrag vinden; je hoort iemand geen reële en begrijpelijke angst aan te jagen. Het gedrag kan de dader ook worden verweten. In de wet staat dat iemand die 14 jaar of ouder is, zijn geestelijke stoornis niet als excuus tegen aansprakelijkheid kan opvoeren. Ook als je zo boos, verontwaardigd, dronken of geëmotioneerd bent dat je niet meer weet wat je doet, ben je aansprakelijk voor de schade die je door een onrechtmatige daad veroorzaakt.

De rechtbank Rotterdam (strafrechter) heeft in een vonnis van 30 maart 2020 geoordeeld dat het voor de hand ligt om het woordelijk dreigen met besmetting met het coronavirus onder de huidige crisisomstandigheden zwaarder te bestraffen, en dat spugen als fysieke dreiging zelfs nóg zwaarder moet worden bestraft. De huidige onzekere, beangstigende maatschappelijke omstandigheden geven daartoe alle reden, aldus de rechtbank: ““Nederland gaat gebukt onder het coronavirus. Sinds eind februari leven de inwoners van Nederland in angst en onzekerheid. Bij velen leven vragen als: ‘word ik ziek?, ‘worden mijn naasten ziek?’, en zo ja, ‘hoe ziek dan?’. Ouderen en andere kwetsbare mensen in onze samenleving zijn door isolatie erg eenzaam en zien zich in die eenzaamheid nadrukkelijk geconfronteerd met het eindige van het leven. In de gezondheidszorg en andere (zorg)sectoren werken mensen dag en nacht om het coronavirus de baas te blijven en de zekerheid dat dat gaat lukken is er niet.” Deze overwegingen van de strafrechter gaan ook op voor de civielrechtelijke schadevergoedingsvordering.

Bij de beantwoording van de vraag of de enkele angst van het slachtoffer dat hij met het coronavirus is besmet, voldoende grond oplevert om de dader tot betaling van smartengeld te veroordelen, wordt rekening gehouden met alle omstandigheden: wat was de setting waarin het dreigement werd geuit? Had het slachtoffer reden om het dreigement serieus te nemen? Wat is de impact van het dreigement voor het slachtoffer geweest? Heeft hij alleen maar een nacht slecht geslapen of is hij er arbeidsongeschikt door geworden? In het algemeen wordt een zekere mate van “geestelijk letsel” geëist, die het slachtoffer moet aantonen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp?
Neemt u dan contact op met een van onze specialisten van de sectie Schadevergoeding.