Het slachtoffer dat het bedrag toegewezen kreeg, heeft door een mishandeling zéér ernstig letsel opgelopen. Door de mishandeling verkeert hij in een blijvende vegetatieve staat. Hij is wel bewust van hetgeen om hem heen gebeurt maar hij in niet in staat daarop te reageren. Herstel of verbetering van zijn gezondheidssituatie is niet mogelijk.

De bewindvoerder van het slachtoffer heeft in de strafzaak onder meer smartengeld gevorderd. De rechtbank wees € 175.000,- toe. De dader was het niet eens met de strafrechtelijke veroordeling die de rechtbank had uitgesproken. Daarnaast vond hij het toegewezen smartengeld te hoog. De dader ging van het vonnis in eerste aanleg in hoger beroep. Hij ging dan ook van het vonnis van de rechtbank in hoger beroep en stelde onder meer dat het bewustzijn van het slachtoffer laag was en het slachtoffer het geld niet zelf kon besteden.

Het gerechtshof overwoog echter:

“Het hof acht het evident dat de benadeelde partij, als rechtstreeks gevolg (…) nadeel heeft geleden in de vorm van gederfde levensvreugde en is van oordeel dat de omvang van de vordering slechts een fractie vertegenwoordigt van die gederfde levensvreugde. Dat de vordering tot een bedrag van € 250.000,- beperkt blijft, vindt zijn oorzaak in het voor toewijzing geldende criterium dat de vergoeding naar billijkheid moet worden vastgesteld. Gegeven de omstandigheden acht het hof de toewijzing tot een bedrag van € 250.000,- billijk, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 november 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.”

Betekenis van dit arrest

De in Nederland toegekende smartengeldbedragen blijven – onverklaarbaar – achter bij de smartengeldbedragen die in de ons omringende landen worden toegekend.

Daarop is veel kritiek geweest en die kritiek lijkt ook rechters te bereiken. In relatief korte tijd worden ook in ons land hogere smartengeldbedragen toegewezen.

Het in deze uitspraak toegekende bedrag is thans het hoogst toegewezen bedrag. Eerder was de bovengrens door de Rechtbank Gelderland van 11 november 2015 in een mishandelingszaak doorbroken en gesteld op € 200.000,-.

De vraag is niet alleen of dit arrest betekent dat het smartengeld nog verder omhoog zal gaan (en het “gat” met ons omringende landen verder wordt gedicht) maar ook of de toekenning van déze hoge smartengeldbedragen – immers toegewezen aan slachtoffers die zéér ernstig en blijvend letsel hebben opgelopen – ook betekent dat het smartengeld bij minder ernstig letsel omhoog gaat.