Inmiddels zijn er in mijn praktijk een aantal uitspraken geweest van de rechtbank Rotterdam, en ook al van de hoogste bestuursrechter het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) waarin toch meer motivering van de toezichthoudend dierenarts wordt gevraagd. In die zaken waren de beroepen gegrond, en werden de boetebedragen, proceskosten en griffierecht terugbetaald.

In een zaak van de rechtbank Rotterdam, uitspraak op 12 januari 2022, speelde dat een varken van ongeveer 110 kg. tijdens het lossen op het losbordes bleef staan en niet meer verder kon. Het dier kon zich moeilijk bewegen, de linker voorpoot had een groot abces, en zou verkromd zijn door een ontsteking. De linker bil was verdikt en had een rode huid van het schuren op de grond. De toezichthoudend dierenarts wist het zeker:  de letsels waren al minstens enkele dagen oud. En dat is cruciaal: als de letsels van vóór het transport zijn dan had het dier dus nooit getransporteerd mogen worden. Onze stelling was dan ook dat deze letsels pas tijdens het transport zijn ontstaan, en dat er geen sprake is van letsels of ontstekingen van enkele dagen oud en dus van vóór het transport. Met name het feit dat de dierenarts maar oppervlakkig naar het dier had gekeken en geen nader onderzoek had gedaan naar het abces en de verdikking was het grote bezwaar van de transporteur. Hoe kun je dan immers een ontsteking vaststellen?

De rechtbank ging mee in het bezwaar. Zo was niet onderzocht of er wel sprake was van aan abces en niet van bijvoorbeeld een vetbult. Ook is niet onderzocht of er wel sprake was van een ontsteking. En al helemaal niet is gemotiveerd aangegeven waarom deze letsels al enkele dagen oud zouden moeten zijn. Volgens de rechtbank is er dus te weinig goed onderzoek gedaan en is er twijfel bij het geconstateerde letsel en de beantwoording van de vraag of het varken daarmee niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen.

In de tweede zaak ging het om een aantal dieren met, volgens de toezichthouder, ontstoken of aangevreten staarten, open navelbreuk, ontstoken hammen, ontstoken schouder en een ontstoken achterpoot met verwondingen.

Er werden boetes uitgedeeld omdat de dieren niet vervoerd hadden mogen worden vanwege ernstige open wonden en prolapsen. Het rapport van de toezichthouder was erg summier. We hebben dan ook als verweer gevoerd dat onvoldoende is vastgesteld dat er sprake was van open wonden en prolapsen. Dat is immers het verwijt. Er was niet het verwijt gemaakt dat de dieren niet getransporteerd mochten worden omdat dat extra pijn en lijden zou veroorzaken, maar omdat de dieren ernstige wonden en prolapsen zouden hebben. En dat kon niet vastgesteld worden.

De rechtbank gaat hier in mee. Dat de dieren niet helemaal in orde waren zou best kunnen, maar er is te weinig onderzoek gedaan om zondermeer vast te kunnen stellen dat er sprake is van prolapsen en ernstige open wonden. En er is al helemaal te weinig onderzoek gedaan om vast te kunnen stellen dat eventuele prolapsen of ernstige verwondingen al vóór het transport aanwezig waren. Ook hier werd het beroep gerond verklaard en de boete met rente en kosten terugbetaald.

Het is een verademing om te zien dat niet meer alles wat een toezichthoudend dierenarts opschrijft zomaar voor waar wordt aangenomen. In die gevallen loont een gang naar de rechter. De dierenartsen zullen meer hun best moeten doen, meer onderzoek moeten doen en hun bevindingen beter moeten motiveren. Hun wil is niet langer wet….

Maurice Stassen, m.stassen@linssen-advocaten.nl