Het komt er feitelijk op neer dat er volgens de huidige wetgeving geen enkele beroepsmogelijkheid is indien de jachtakte wordt ingetrokken of geweigerd. Het gaat dan om het intrekken of weigeren met als reden dat er vrees is voor misbruik van de wapens, of vrees is dat de houder van de wapens een gevaar voor zichzelf, voor de openbare orde of voor de veiligheid is. Dit zijn de meest gebruikte redenen om een akte te weigeren of in te trekken.

Dit zou betekenen dat de Korpschef een akte kan weigeren of intrekken, zonder dat daar juridisch ook maar iets aan gedaan kan worden. Op geen enkele wijze zou een toetsing van het handelen van de Korpschef mogelijk zijn.

Onder andere in één van mijn dossiers is dit gebrek aan het licht gekomen. Deze zaak liep toen al bij de rechtbank, alwaar beroep was ingesteld tegen het intrekken van een jachtakte.

De rechtbank heeft vervolgens aan de Minister opheldering gevraagd. Immers, de rechtbank zou op basis van deze wetgeving onbevoegd zijn om kennis te nemen van het ingestelde beroep tegen het intrekken van een jachtakte.

Inmiddels heeft de Minister van Justitie en Veiligheid opheldering gegeven aan de procespartijen in deze zaak. De Minister noemt deze wetgeving een ‘kennelijke fout’. Volgens de Minister is het ‘absoluut niet de bedoeling geweest dat (er) tegen besluiten op grond van deze artikelen geen beroep mogelijk zou zijn bij de bestuursrechter.’

De Minister heeft toegezegd dat de betreffende artikelen zullen worden gecorrigeerd, en dat voorstel zal medio deze maand, januari 2018, aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Tenslotte heeft de Minister de rechtbank geadviseerd alvast te anticiperen op de komende wijziging, en het ingestelde beroep gewoon te behandelen. De rechtbank moet daar nog een beslissing op nemen.

Indien u vragen heeft, neemt u dan gerust per e-mail of telefonisch contact op met mr. M.J.J.E. Stassen (m.stassen@linssen-advocaten.nl).